In maart 2012 interviewde ik bluesgitarist Walter Trout in het Apollo Hotel, Amsterdam. Ik was zenuwachtig: mijn eerste interview met een buitenlandse artiest en dan meteen één die al veertig jaar aan de top van de blueswereld meedraaide, had gespeeld met John Lee Hooker en Joe Tex en deel uit had gemaakt van Canned Heat en John Mayall’s Bluesbreakers. Ik bekende dat ik in de jaren 90, toen hij in Nederland beroemd werd, liever naar grungemuziek luisterde. Daar moest hij hartelijk om lachen. Ging ik vanavond naar zijn optreden in Paradiso, vroeg hij? Daar zou hij mij overtuigen dat gitaarblues geweldig kon zijn. Na afloop van dat optreden zocht ik hem op achter de merchandise, waar hij uitgebreid de tijd nam voor zijn fans. Hij herkende mij en liet er geen twijfel over bestaan: dit was een perfect optreden! Ik kon het alleen maar roerend met hem eens zijn.
Kun je iets vertellen over je nieuwe plaat Blues for the Modern Days en de invloed van Blind Willie Johnson? “Toen ik begon met nummers schrijven voor dit album, wilde ik in een bepaalde stemming komen. En in plaats van naar nieuwe blues te luisteren, ben ik terug gegaan naar de eerste bluesmuziek. Ik heb veel oude muzikanten beluisterd en werd ik gegrepen door de muziek van Blind Willie Johnson. Ik schrijf mijn eigen stijl blues, met elektrische gitaar en een band, maar ik raakte begeesterd door wat hij deed. Blind Willie Johnson was een spirituele muzikant en zijn muziek gaat erg diep. En door naar hem te luisteren raakte ik in een flow. Ik schreef de nummers in twee weken, maar ik moest in een gemoedstoestand komen en door zijn muziek kwam ik daar vrij snel.”
Is dat je normale manier van werken? “Meestal boek ik een studio lang voor ik ga opnemen. Een paar weken voor de opnamen vraagt mijn vrouw: ‘Hey, je staat in de studio over een paar weken, wat ga je eigenlijk opnemen?’ En dan ga ik maar eens schrijven en een paar weken later zijn de nummers klaar.”
Hoe kwam je in de bluesmuziek terecht? “Ik wilde altijd al spelen. Als jongetje speelde ik trompet en wilde ik jazz spelen. Ik wilde altijd al muzikant worden, maar ik moest mijn instrument en mijn stijl vinden. Toen ik tien was, begon ik gitaar te spelen en ontdekte ik de blues. Die muziek was simpeler dan jazz en meer uit het hart, in plaats van uit het hoofd. Dat is inmiddels 51 jaar geleden. Muziek geeft mij plezier en uitdrukkingskracht. Muziek geeft me een doel in het leven, sinds mijn vijfde, namelijk iets moois en eerlijks creëren. En dat wil ik nog steeds.”
Heb je een bepaalde leeftijd of levenservaring nodig om de blues niet allen te kunnen spelen, maar ook te kunnen doorvoelen? Speelt een twintigjarige de zelfde blues als een zestiger? “Waarschijnlijk niet, maar dat betekent niet dat een twintiger geen blues kan spelen. Ik denk wel dat, naar gelang je meer levenservaring opdoet, je muziek verandert en je er meer in kan leggen. Nou ga ik niemand vertellen dat hij verslaafd aan heroïne moet raken en drie keer moet scheiden en dakloos moet worden, zoals ik heb gedaan, om een goede bluesmuzikant te worden. Maar ik denk wel dat wat ik heb meegemaakt, mij een bepaalde blik op het leven heeft gegeven die zich doorvertaalt in mijn muziek. Maar ik vertel niemand dat ze dat zelf moeten gaan doen. Ik ben mentor van een aantal jonge muzikanten. Ik moedig ze aan, laat ze optreden met mijn band en leer ze hun weg te vinden in de muziekwereld. Ik help ze met de obstakels die ze tegenkomen en leer ze om te gaan met de frustratie die dat met zich mee brengt. Ik vertel ze dat ze zich moeten concentreren op hun muziek, op hun talent. De rest is onzin. De beroemdheid, de eer, het grote geld, dat is flauwekul. Toen ik tien was, heeft Duke Ellington mij dat geleerd. Het is blijven hangen. Je moet dicht bij jezelf blijven en oprecht zijn in wat je doet. Wat is het anders waard? Alle plezier en gevoel die ik uit mijn muziek haal, betekent veel voor me. Het maakt me niks uit of iemand beroemder is dan ik of meer verdient. Dat is niet belangrijk.”
Je bent best beroemd in Nederland. Je eerste fanclub werd hier opgericht. Hoe komt dat denk je? “Ik had een hit in Nederland in 1990. Dat is de enige hit die ik ooit heb gehad. Maar het was een grote hit hier. Daardoor groeide mijn publiek snel. Ik speelde als hoofdact op Parkpop in Den Haag voor een half miljoen mensen. Veel van mijn fans van toen zijn altijd fans gebleven.”
Nederland heeft ook wel een bescheiden bluestraditie met bands als Cuby and the Blizzards. “Ja, ik kende Harry Muskee. Een aantal jaar geleden toerden we door Nederland met een band die de Dutch Blues Allstars heette. Die bestond uit een paar mensen van Cuby en de Blizzards en Thijs van Leer van Focus. We hebben een stuk of tien optredens samen gedaan en ik ben met Harry Muskee opgetrokken. Hij was een geweldige kerel.”
Wat maakt een optreden perfect? “Energie van het publiek. Als wij spelen en het publiek reageert op ons optreden, enthousiast is, geeft ons dat energie. En die energie stoppen wij in wat we doen. We gaan harder spelen, beter. En daarmee geven wij de energie terug aan de zaal en wordt het een soort cirkel voor een paar uur. Dat maakt een perfecte optreden. Dan kan het magisch worden. Voor ik zelf speelde ging ik naar concerten. Ik kan me optredens van Jimi Hendrix herinneren en Cream, waar ik zelf in de zaal stond. En hoe meer wij aan hen gaven, des te meer kregen we terug.”
Is er een verschil tussen optreden in Europa en de Verenigde Staten? “Ik merk geen verschil, maar ik weet dat veel andere muzikanten dat wel voelen. Optreden kan wel heel verschillend zijn van stad tot stad. Ik kan een fantastische show in de Verenigde Staten geven en 150 kilometer verderop werkt het helemaal niet. Dan ga ik voor mezelf spelen. Maar dat is niet erg leuk. Als ik voor mezelf wil spelen, doe ik dat liever thuis in de huiskamer.”
Je hebt met veel beroemde mensen gespeeld, staan er nog muzikanten of bands op je verlanglijstje? “Paul McCartney. Ik ben een grote Beatles fan. Voor mij is er geen betere band dan de Beatles. Daar mag iedereen me op aanvallen, dat maakt me niks uit. Meer dan welke band dan ook konden de Beatles samenspelen en klinken als één man. Live waren ze ongelofelijk goed op elkaar afgestemd.”
En uit het rijtje dode artiesten? “Jimi Hendrix, dat was wel cool geweest. Of Cream, maar die leven allemaal nog. Ik had wel graag met Cream willen spelen toen ze nog bij elkaar waren en ik ze als achttien jarige live zag spelen.”
Wat zijn je plannen na deze tour? “Ik ben volgeboekt tot eind november. Als ik daarna thuis op de bank zit, ga ik nadenken over het volgende project. Maar ik weet al hoe dat eruit gaat zien: een nieuwe plaat opnemen en optreden. Dat is wat ik doe en ik vind het heerlijk. Mensen vragen me wel eens: wanneer ga je met pensioen? Nou als ik dood ben, denk ik. Waarom zou je stoppen met datgene te doen waar je van houdt? Wat moet je dan gaan doen? TV kijken en vissen? Nee, pensioen is voor mensen die haten wat ze doen en niet kunnen wachten tot ze mogen stoppen.”
dit interview verscheen in aangepaste vorm eerder op maxazine.nl